Werk van Stephan Balkenhol

Kleine vrouw, 1987

Bruikleen privécollectie

Dit is het oudste beeld in de tentoonstelling. In de jaren 1980 was Balkenhol nog volop aan het experimenteren met verschillende houtsoorten. Voor dit beeldje gebruikte hij kambalahout. Figuur en sokkel uit een en hetzelfde blok hout snijden blijft ook in het latere werk een vaste gewoonte. Hoewel deze figuur nog niet zo gedetailleerd is uitgewerkt als latere figuren, herkennen we er onmiddellijk de afbeelding van een vrouw met een groen kleedje in.

Naakt, 2001

Bruikleen Carine Campo, Antwerpen

‘Naakt’ is - precies zoals ‘Beren’ – een beeld dat gebruikelijk wordt aangeduid als een figurenzuil. Tegenwoordig hakt de kunstenaar dergelijke figurenzuilen meestal uit het zachte, snelgroeiende wawahout dat onder meer in Ghana groeit. Een figurenzuil bestaat altijd uit een figuratief element (een mens, een dier enz.) dat is ‘bevrijd’ uit het bovenste gedeelte van de houten balk, die, hoewel figuur en basis niet van elkaar zijn losgemaakt, meteen dienst doet als sokkel voor het beeld. In zijn mensbeeld gaat Balkenhol op zoek naar de essentie van de mens. Wie is hij? Hoe verhoudt hij zich tot de Ander en tot zijn omgeving?

Man – Hond, 2015

Bruikleen privécollectie

Ongebreidelde verbeelding en relativerende humor zijn essentiële ingrediënten van Balkenhols kunst. Deze aspecten komen onder meer tot uiting in figuratieve mengvormen als deze. De combinatie van een hondenkop met een mensenlichaam leidt tot een hybride voorstelling van een figuur die half mens, half dier is: een man met een hondenkop of een hond met een mannenlichaam. Mens of dier? Beeld en ver-beeld-ing liggen bij Balkenhol vaak dicht bij elkaar. De verrassende combinatie krijgt  door de ietwat onderkoelde, afwachtende houding van het ‘personage’ dat zwijgend en met de handen in de broekzakken voor zich uitkijkt, nog een extra subtiele expressie.

Man zwart-wit, 2017

Bruikleen privécollectie

Een bijzondere plaats in het oeuvre wordt ingenomen door kleinsculpturen in gelakt en gepatineerd brons. Balkenhol grijpt alleen naar het aloude ambacht van het gieten van brons volgens de verloren was-techniek voor beelden die bedoeld zijn voor permanente opstelling in de buitenlucht of voor beelden waarvan hij meerdere, identieke exemplaren wil maken. Voor bronzen beelden maakt de kunstenaar een model in klei of gips dat daarna in de bronsgieterij wordt gemouleerd  en in een door de kunstenaar bepaald aantal wordt gegoten. Door de beschildering door de kunstenaar gaan de exemplaren weer van mekaar verschillen. Een belangrijk onderscheid tussen het werken in hout of steen en het werken in klei of gips is de benadering van het materiaal. Een houtsculptuur ontstaat door het wegslaan van hout dat te veel is, een beeld in klei of gips ontstaat door het opbouwen en toevoegen van materiaal. Balkenhol beheerst beide manieren van aanpakken.

 

Foto's: Cedric Verhelst